Partneralimentatie

Alimentatie is er in twee soorten: partneralimentatie en kinderalimentatie

Laatste nieuws: de indexering voor  2021 is  3 % geworden

Partneralimentatie

Na echtscheiding (of ontbinding van een geregistreerd partnerschap) kunnen ex-partners over en weer aanspraak maken op partneralimentatie. Het recht op alimentatie eindigt na twaalf jaar en wanneer iemand gaat “samenleven als ware hij of zij gehuwd”.

Partneralimentatie is fiscaal aftrekbaar (in box 1) voor degene die het betaalt en belast bij degene die het ontvangt. In de alimentatieberekening wordt het belastingvoordeel dat de belastingplichtige heeft geheel toegerekend aan de alimentatiegerechtigde.

Partneralimentatie wordt in beginsel vooruitbetaald en jaarlijks geïndexeerd. Het indexeringspercentage wordt ieder jaar in november door de overheid vastgesteld. Voor 2021 is het percentage 3 %. Mocht u over voorbije jaren nog indexering te goed hebben, dan kunt u hier zelf berekenen waar u nog recht op heeft. Ook de verhoging per 1 januari 2021 kunt u hier berekenen. Bedenk wel dat een vordering achterstallige indexering na vijf jaar verjaart.

Of alimentatie moet worden betaald hangt van veel factoren af. Er moet behoefte zijn bij de een en draagkracht bij de ander. De behoefte wordt gebaseerd op het gezamenlijk inkomen tijdens de relatie. Bekeken wordt in hoeverre ieder in de eigen behoefte kan voorzien. Lukt dat niet of niet helemaal, dan is de draagkracht van de ander van belang. Die draagkracht is onder meer afhankelijk van het inkomen, de woonlasten en de premieziektekostenverzekering. Ook met het afbetalen van schulden uit het huwelijk of met inkomsten uit vermogen wordt rekening gehouden. In sommige gevallen moet op vermogen worden ingeteerd. Al met al is het maatwerk. Bovendien kan de alimentatie bij iedere wijziging van omstandigheden opnieuw worden vastgesteld. Daarbij valt te denken aan werkloosheid of een nieuwe baan, verandering in salaris of lasten of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Ook als men arbeidsongeschikt wordt of een nieuwe partner krijgt, kan dat reden zijn voor aanpassing van de bijdrage.

Alimentatie kan in goed onderling overleg worden afgesproken en wordt dan meestal door de rechter in een beschikking vastgelegd. Dat gebeurt ook als ex-partners het samen niet eens kunnen worden. Een rechterlijke beschikking is nodig om betaling zo nodig af te kunnen dwingen. Is de alimentatie nog niet bij beschikking vastgelegd, dan moet u eerst naar de rechter. Daar heeft u een advocaat voor nodig. Is er al wel een beschikking, dan kunt u meteen via een deurwaarder of -kostenloos- via het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (L.B.I.O.). de alimentatie laten incasseren.

Partneralimentatie wordt jaarlijks geïndexeerd met een percentage dat omstreeks november ieder jaar door de overheid bekend wordt gemaakt. Die indexering is van rechtswege verschuldigd, tenzij ex-partners die bij overeenkomst hebben uitgesloten. De berekening van de indexering kan eenvoudig via het L.B.I.O

Bekijk de huidige nieuwe alimentatieregels .

Kinderalimentatie

Ook voor kinderalimentatie moet eerst de behoefte worden vastgesteld, nu van de kinderen. Dat gebeurt op basis van het inkomen van de ouders tijdens hun huwelijk. In hoeverre ieder van de ouders draagkracht heeft om in de behoefte van de kinderen te voorzien, wordt berekend met een vaste formule. De kinderbijslag blijft buiten  de berekening. Die is vanzelfsprekend toch al voor de kinderen bestemd. Het kindgebonden budget (kgb) wordt wél in de berekening betrokken. En daar ligt op dit moment voor veel ontvangers van kinderalimentatie  een groot probleem. Omdat volgens de vaste formule het kgb in mindering wordt gebracht op de behoefte van de kinderen én veel alleenstaande ouders met een laag inkomen vanaf 2015 een flink hoger kgb krijgen vanwege de zogenaamde alleenstaande ouderkop, hebben de kinderen op papier soms weinig of geen behoefte meer. Voor de alimentatieplichtige (vaak vaders) is dat natuurlijk bijzonder plezierig. Zij hoeven minder te betalen. Maar voor de ontvangers (vaak moeders) is het een aderlating. Zij krijgen minder kinderalimentatie. Dat lijkt niet zo erg vanwege de verhoging van het kgb maar de adder onder het gras is dat tegelijk met verhoging van het kgb ook andere regels zijn veranderd. Die regels hebben niets met alimentatie te maken maar leiden wél tot verlaging van het inkomen van de alimentatiegerechtigde. Zo ontvangt bij voorbeeld een bijstandsmoeder geen kindertoeslag meer en een werkende alleenstaande moeder geen alleenstaande-ouderaftrek. Daar staat tegenover dat vaders die in 2014 nog een forfaitaire aftrek van de kinderalimentatiegenoten, die nu ook niet meer hebben. Al met al is het goed uw persoonlijke situatie tegen het licht te houden wanneer u kinderalimentatie betaalt of ontvangt. Komt u er samen uit, dan heeft dat natuurlijk de voorkeur. Wel is het verstandig een gemaakte nieuwe afspraak ook even vast te leggen. Komt u er niet uit, dan zal de rechter uitkomst moeten brengen. U moet dan een advocaat inschakelen.

Ik ben graag bereid u daarbij te helpen. Tijdens het gratis inloopspreekuur op vrijdagmiddag van 13.00 tot 15.00 uur, kan ik u al in grote lijnen wegwijs maken. Mocht u meer precies willen weten waar u aan toe bent, dan maak ik graag een afspraak om aan de hand van uw persoonlijke situatie heel precies te berekenen waar u aan toe bent en of het verstandig is het overleg aan te gaan of zelfs een procedure te beginnen.